astronomische dag 1.0
Algemene voorbeelden
Astronomen hebben sinds Ptolemaeus de middag als beginpunt genomen. Dat is begrijpelijk, omdat het middaguur zich het beste leent voor de meting van de zonnetijd. Wanneer de zon in het zuiden - in het zenit - staat, is de schaduw van een gnomon of primitieve zonnewijzer het kortst. Ook voor zeelui, die hun breedte bepaalden door 'een zonnetje te schieten' was de middag een geschikt uitgangspunt. Pas in 1925 werd de astronomische dag gelijk gesteld aan de burgerlijke dag, die naar het voorbeeld van de Romeinse rechtspraak om twaalf uur 's nachts begint. De Amerikaanse gewoonte om het etmaal te verdelen in AM (ante meridiem) en PM (post meridiem) herinnert echter nog aan de centrering van de dag rond de middag (meridies).
De Internationale Astronomische Unie besloot in 1925 de astronomische dag te middernacht te doen beginnen. Middernacht is dus = 0 uur.
Het is verboden werknemers 's zondags tewerk te stellen (principe van de zondagsrust). Met een "zondag" wordt bedoeld de astronomische dag, d.w.z. van 0 tot 24 uur.
Uw sluitingsdag moet bestaan uit 24 opeenvolgende uren. Wat dus wel kan, is dat u ervoor kiest om uw sluitingsdag van bv. 12 uur zondagmiddag tot 12 uur maandagmiddag te laten lopen. Op die manier sluit u twee opeenvolgende halve dagen (de zondagnamiddag en de maandagvoormiddag). Uw sluitingsdag moet altijd bestaan uit 24 opeenvolgende uren. U hoeft dus niet één volle astronomische dag te sluiten, u mag ook twee opeenvolgende halve dagen sluiten.